Box 3: draaien om de hete brij
Zoals iedere vastgoedbelegger inmiddels weet, gaat de belastingheffing over beleggingen op de schop. Wat zijn de smaken?
De Hoge Raad heeft eind 2021 in het zogenoemde Kerstarrest – overigens na eerdere waarschuwingen in de richting van het Ministerie van Financiën – belastingheffing op basis van het forfaitaire stelsel van box 3 afgeschoten. Het gevolg is dat de staatssecretaris van Financiën, Marnix van Rij, met de handen in het haar zit. Omdat de staatssecretaris zich door de Hoge Raad overvallen voelde — blijkbaar heeft men op zijn ministerie jarenlang onder een steen geleefd — is een overbruggingsstelsel ingevoerd dat voor het overgrote deel de systematiek van box 3 volgt. Dit is de belastingheffing op basis van een forfaitair rendement, waarbij voor bankspaarders een oplossing gevonden is, over de ruggen van alle andere beleggers. De aanpassing moest namelijk wel budgettair neutraal zijn. Met andere woorden: beleggers zijn jarenlang door de staat bestolen, de dief is door de rechter hard op de vingers getikt, en in plaats van alle slachtoffers te compenseren, probeert het ministerie de rekening bij andere slachtoffers neer te leggen. De situatie met box 3 is nu als volgt:
2001-2016
In deze periode lijkt weinig aan de hand, er wordt 30 procent belasting geheven over een forfaitair rendement van 4 procent, oftewel effectief een ‘vermogensbelasting’ van 1,2 procent.
Direct verder lezen?
Een jaar lang toegang voor maar 95 euro
Krijg onbeperkt toegang tot Overwaar.de en lees alles over wetgeving bij aankoop en verhuur, fiscaliteiten, het puntenstelsel en ervaringen van "de grote jongens".
Heb je al een account? Log in.