Vakantiewoning in Italië: ‘Rustieke ouwe meuk is niet meer in’

Vakantiewoningen kennen geen crisis. De Italianen blijven beleggen in stenen. Verkoopcijfers schieten omhoog. De Italiaanse gespecialiseerde websites kunnen hun superlatieven niet op om het post-covid herstel van de markt voor vrijetijdsstulpen onder woorden te brengen. De vraag is de afgelopen jaren flink toegenomen en portalen als immobiliare.it, idealista.it en casa.it puilen uit van de aanbiedingen.

Santino Taverna, de voorzitter van de Italiaanse vereniging van makelaars Fimaa, bracht eerder dit jaar de situatie bondig onder woorden bij de presentatie van het jaarlijkse rapport van het Osservatorio Nazionale Turistico van FIMAA en onderzoeksinstelling Nomisma. ‘Na de sanitaire noodtoestand is de markt voor panden met toeristische bestemming aanzienlijk in beweging gekomen. Met het einde van de pandemie is de behoefte aan smart working gebleven en dat heeft, samen met de terugkeer van de inflatie, de behoefte gestimuleerd om te investeren in onroerend goed. Dit is vanouds een soliede brandkast voor het spaargeld van de Italianen in vergelijking tot meer volatiele beleggingen.’

Prijsontwikkeling

De prijsontwikkeling van de afgelopen jaren lijkt de stelling van Taverna te bevestigen. In 2023 deed een toeristenwoning in Italië gemiddeld 2.820 euro de vierkante meter, 4,6 procent meer dan in 2022, toen ook al een groei van 3,2 procent kon worden genoteerd. Parallel daarmee schoten de huren omhoog met 5,9 procent vorig jaar, na de 4,4 procent van 2022. De prijzen van tweede huizen stijgen bovendien sneller dan die van standaard gezinswoningen, concludeert het Osservatorio, terwijl op het totaal van onroerend goed transacties het aandeel van vakantiehuizen is toegenomen: van 5,5 procent in 2019 naar 7,1 procent vorig jaar.