Van columnist naar crimineel
Meer dan twintig jaar geleden werd Ebru per ongeluk huisbaas. Het is alleen wel iets wat je vooral voor je moet houden.
Op mijn 28ste werd ik huisbaas. Mijn tante verkocht haar huis en belde mijn moeder: “Ebru zei vroeger altijd dat ze ‘later’ als ze groot was, mijn huis wilde kopen. Denk je dat ze dat nog steeds wil?” Ik woonde in Rotterdam, mijn droomhuis stond in Amsterdam. Binnen een week was de koop gesloten.
Bouwval vol glas in lood
Mijn tante woonde in een benedenhuis, maar bleek een bovenhuis te hebben dat twintig jaar verhuurd was geweest. Zij was er zelf nog nooit geweest. De hokjes die op de bovenste etages getimmerd waren, verhulden niet dat de huurders onderverhuurd hadden. Aan mij de uitdaging om van het krot boven en de woning beneden een thuis te creëren. Hoewel uitdaging? Door de bouwval heen zág ik het huis. De aannemer belde eens in de zoveel tijd jubelend op: onder het verlaagde plafond zat nog een origineel met ornamenten! En die zwartgeverfde kasten en schuifdeuren? Plakplastic op glas-in-lood paneeldeuren! Na een jaar was het af. Mijn zus verhuisde naar het driedubbele benedenhuis met vier studenten uit Rotterdam, ik naar het dubbele bovenhuis. Het huis van mijn tante waar ik ‘later als ik groot ben’ wilde wonen, omarmde ons. En ik omarmde het huis.
En zo werd ik op mijn 28ste huisbaas. Bijna twintig jaar woonde ik met plezier in mijn pand. Mijn zus kocht een eigen huis, de studenten vertrokken, ik verhuisde na een verbouwing naar het benedenhuis en wist niet hoe snel ik weer naar boven moest verhuizen: het licht van een bovenhuis is zoveel beter dan op de begane grond. Tegen de tijd dat ik eraan toe was om mijn eerste huis te verkopen, had ik er vier appartementen in gecreëerd waar ik vele dertigers als huurders heb mogen verwelkomen. Leuke jongens en meiden, die in Amsterdam wilden zijn maar nog niet wilden kopen. We zorgden voor elkaar: zij betaalden een huur waar we allebei een goed gevoel bij hadden. Ouders die kwamen kijken hoe hun kinderen erbij zaten, waren gerustgesteld. Blije ouders, blije huurders, blije huisbaas. Ik was er trots op.
Vastgoed is voor criminelen – en prins Bernhard
Sommige vrienden vonden het maar raar, die huurders. “Je bent een pandjesbaas! Ebru Holleeder, dat ben je!” Van columnist naar crimineel, hoe dan?! Ik pareerde het met een grap: “Jullie hebben kinderen, ik heb appartementen. Je krijgt er zoveel voor terug!” Het was duidelijk: beleggen in aandelen? ‘Túúrlijk. Investeren in vastgoed? Nee, dat doen criminelen – en Prins Bernhard. Dat meer dan 1,1 miljoen Nederlanders huren bij particuliere investeerders — dat wist ik nog niet, laat staan dat ik mezelf als vastgoedinvesteerder definieerde. Ondanks dat ik naast mijn Amsterdamse huis nog een zomerhuis had gekocht. En een appartementje in Rotterdam. Het was immers allemaal voor eigen gebruik. De boel stond vooral leeg. Dom, maar ik dacht niet verder.
Ik hou van vastgoed. Net als het schrijven van een column, biedt het mogelijkheid tot creëren. Een stapel bakstenen is niets totdat het een doel krijgt: een woning, kantoor, garage of winkel. De locatie, de lijnen, het licht, bepalen wat het object gaat doen. En door een intuïtieve beslissing om ooit het huis van mijn tante te kopen, werd ik meer dan huiseigenaar. Geen oplichter, huisjesmelker, zakkenvuller of crimineel. Nee. Het is tijd om uit de kast te komen: mijn naam is Ebru Umar en ik ben een trotse (t)huisbaas.
Schrijf je in en lees direct verder
Met jouw gratis Overwaar.de account weet jij als vastgoedliefhebber precies waar je rekening mee moet houden bij de aankoop en verhuur van vastgoed. Daarnaast ontvang je twee keer per week het laatste nieuws over investeren in woningen in je inbox.
Heb je al een account? Log in.