Het “verdienpotentieel”

Het rapport dat Ortec Finance opstelde in opdracht van Vastgoed Belang liet op zich wachten; naar verluid kwam dat omdat de minister zijn plannen wel érg laat bekendmaakte, bovendien temidden van de drukke decembermaand. Toen het ’tonnen kostende’ rapport er deze week dan eindelijk lag, stond er weinig dat niet al bekend was. 95 procent van de huurwoningen dreigt uitgepond te worden omdat het in veel gevallen verlieslatend wordt om vastgoed aan te houden voor de verhuur. Dat is schrikken voor beleggers, ja. Of bewindslieden ervan zullen schrikken (of erdoor op andere gedachten zullen worden gebracht), valt te betwijfelen. En toen daar de term ‘verdienpotentieel’ zwart op wit stond in het nieuwsbericht van Vastgoed Belang, wist ik het zeker: dit rapport is weggegooid geld. Geen politicus die dit document nog serieus neemt.

Wie vertegenwoordigt Vastgoed Belang?

Want wie het afgelopen jaar goed naar politici heeft geluisterd, weet dat de politiek van mening is dat vastgoedbeleggers helemaal geen ‘recht’ op verdienpotentieel hebben. Beleggers zijn ‘huisjesmelkers’, ‘woningen zijn [er] om in te wonen’; niet om winst mee te maken. Huurders moeten bovendien beschermd worden tegen die ‘beesten’. Dus hoe kan zo’n onflatteus woord als ‘verdienpotentieel’ terechtkomen in het persbericht van ‘spindoctor’ Jack de Vries, van huis uit CDA’er en voorzitter van Vastgoed Belang? Of was het juist zijn bedoeling om de minister van Wonen, immers zijn partijgenoot, te steunen in diens ambitie om ‘de huurder te beschermen’ met als achterliggende gedachte dat beleggers beesten zijn? Onder de gordel? Misschien. En ja, ik hoop dat ik ongelijk heb, ik zal de eerste zijn om mijn excuses aan te bieden. Maar hoe gaat dit rapport, waar vele (te lange) maanden aan gewerkt is, de vastgoedbeleggers waarderen voor wie ze zijn: probleemoplossers?

Zonder particuliere beleggers geen huurmarkt